Fietsregels


Regels voor fietsen in een groep op de weg


Om op een verantwoorde en veilige manier in een groep te kunnen fietsen zijn er een aantal regels, afspraken en tekens/commando’s opgesteld, te weten:

  • Er wordt altijd in clubkleding gereden.
  • Iedereen houdt rekening met de anderen leden en iedereen helpt elkaar bij problemen onderweg.
  • De wegkapitein draagt zorg voor de route en geeft de route aanwijzingen voor onderweg.
  • In principe wordt de route afgelegd zoals deze overlegd is voor de start.
  • De wegkapitein bepaald het tempo volgens de afspraken van de groep en past deze aan indien iemand niet kan volgen.
  • Er wordt zoveel mogelijk geordend twee aan twee gefietst aan de rechterkant van de weg
  • Aflossen van koprijders zo veel mogelijk op vaste punten, na kruisingen etc
  • Na het aflossen niet te snel doortrekken en aaneengesloten blijven rijden.
  • Na een bocht of oversteek niet aanzetten maar rustig vaart maken, denk aan de fietsers achterin de groep.
  • Het dragen van een helm is verplicht. Zonder HELM mag men NIET deelnemen, aan geen enkele rit in SV Scharlakenhof verband.
  • Zou je lid willen worden van Scharlakenhof, dan kun je max. 3 keer met een fietsgroep meerijden om te beslissen lid te worden.

Regels en afspraken voor de woensdagavond training

Vertrek en keuze groep

Om 18:30u wordt er door groep A en B verzameld in Haren/tramhokje. Groep A (snellere groep) rijdt een vaste route van ca. 57 km.  Groep B rijdt een wisselende route (afhankelijk van de windrichting) Ieder kan voor vertrek de keuze maken in welke groep hij/zij start. 

Maak je de keuze voor de snellere groep, dan is de regel dat er niet op je wordt gewacht, mocht je het tempo niet aan kunnen (alleen in geval van pech wordt er gewacht). Richtlijn voor deelname aan de snellere groep is dat je kunt ‘meedraaien’ in de waaier en op kop kunt rijden. Ook is van belang dat de regels van het rijden in een waaier/kop over kop bekend zijn. Mocht je pech krijgen, bijv. een lekke band, maak dit duidelijk kenbaar naar de groep. Er zal dan gestopt en hulp geboden worden.

Veiligheid

Verder willen we de veiligheid onder de aandacht brengen. Uitgangspunt wat snelheid betreft is ‘sneller waar het kan, aangepast waar het moet’. Zo kan er op het fietspad de Punt-Loon, het fietspad Rolde-Eext, vanaf het viaduct Eext-bordje Annen, de weg Annen-Z’laren en Midlaren-Onnen een hoger tempo worden gereden. Op alle overige trajecten, m.n. in de dorpen Tynaarlo, Rolde, Eext, Annen, Z’laren een rustig tempo, twee aan twee, aanhouden. Afhankelijk van de groepsgrootte beslist de wegkapitein of de groep op het fietspad Rolde-Eext in tweeën wordt gesplitst (je blijft in de groep waarin je rijdt, er wordt niet van groep naar groep gereden).

Op de route hebben we te maken met een aantal gevaarlijke oversteken, o.m. bij de Punt. Het oversteken dient op een verantwoorde wijze plaats te vinden. De wegkapitein geeft aan wanneer er gezamenlijk overgestoken kan worden. 

Te allen tijde blijft gelden, veiligheid en ons houden aan de verkeersregels.

We gaan er van uit dat met duidelijkheid over veilig en verantwoord fietsen het plezier ten goede zal komen.



Commando’s en tekens in de groep

  • Afslaan  De voorrijder steekt zijn arm naar links of rechts en roept "LINKS" of "RECHTS". De groep geeft dit ​door naar achter. De achterrijder steekt ook zijn arm uit.


  • Stoppen  De voorrijder steekt zijn linkerarm omhoog en roept "STOP". De groep geeft dit door naar achter.


  • Weg vrij  De voorrijder steekt zijn linkerarm omhoog, wijft naar voren en roept "VRIJ". De groep geeft dit door naar achter.


  • Rechtdoor  De voorrijder roept "RECHTDOOR", de groep geeft dit door naar achter. ​


  • Obstakel rechts of inhalen  De voorrijder roept "VOOR". De groep geeft dit door naar achter.


  • Obstakel links of inhalen  De voorrijder roept "TEGEN". De groep geeft dit door naar achter.


  • Obstakel in of op het wegdek  De voorrijder roept de naam van het obstakel en wijst ernaar. De groep geeft dit door naar achter.


  • Achter elkaar rijden  De voorrijder of achterrijder roept "RITSEN". De groep geeft dit door en geeft ritsers de ruimte.


  • Ingehaald worden  De achterrijder roept "ACHTER". De groep geeft dit door naar achter.


  • Problemen  De betrokkenen roept "LEK".

      

Let op: tekens altijd zowel verbaal als non-verbaal doorgeven.



Richting-aangeven.jpg
voorbeeld richting aangeven/ stoppen